Repository

From THROMBOpedia
Jump to navigation Jump to search
Tabel 1:Klinische beslisregel voor diepe veneuze trombose
 
Maligniteit waarvoor palliatie/behandeling/laatste behandeling in afgelopen zes maanden 1
Paralyse, parese of recent gipsverband ann het been 1
Recente immobilisatie > 3 dagen en/of OK in voorgaande 12 weken met algehele of lokale anesthesie 1
Lokale gevoeligheid/pijn in het gebied van het diepe veneuze systeem 1
Zwelling gehele been 1
Zwelling kuit meer dan 3cm ten opzichte van asymptomatisch been (10cm onder tuberositas tibiae gemeten) 1
Pitting oedeem meer uitgesproken in symptomatisch been 1
Collaterale oppervlakkige venen (geen varices) 1
DVT in de voorgeschiedenis 1
Alternatieve diagnose ten minste even waarschijnlijk als diepe veneuze trombose -2
  • Score is als volgt: <2: DVT onwaarschijnlijk; ≥ 2: DVT waarschijnlijk.
Tabel 2:Klinische beslisregel volgens Wells
  Score (punten)
Klinische symptomen van trombosebeen (minimaal pijn en zwelling bij palpatie) 3
Hartfequentie > 100/min 1.5
Immobilisatie > 3 dagen en/of OK in afgelopen vier weken 1.5
DVT of longembolie in voorgeschiedenis 1.5
Hemoptoe 1
Maligniteit (indien behandeling of palliatie in afgelopen zes maanden) 1
Longembolie waarschijnlijker dan alternatieve diagnose 3
  • Score is als volgt: ≤4: longembolie onwaarschijnlijk; >4: longembolie waarschijnlijk.
Tabel 3:Classificatie van uitslag perfusiescan
Classificatie Uitleg
High probability-scan Ten minster één segmenteel perfusiedefect, met normale ventilatie in datzelfde segment ('mismatch'): de diagnose longembolie is zeer waarschijnlijk
Normaal Een longembolie is uitgesloten, geen behandeling
Non-high-scan De uitslag is niet diagnostisch, nader onderzoek is noodzakelijk
Diagnostiek.png
Verdenking longembolie.png

NEW TABLES

Tabel 1:Differentiaaldiagnostische overwegingen bij claudicatio intermittens
Grootste oorzaak
Arterieel vaatlijden
Andere oorzaken
Acuut arterieel event (dissectie, embolie, trombose, trauma)
Adventitiële cysteziekte
Aortacoarctatie
Arteriële fibrodysplasie
Arteriële tumor
Ergottoxiciteit
Iliacale endofibrose bij atleten
Geoccludeerde limb-aneurysma's
Popliteale arterie entrapment
Pseudoxanthoma elasticum
Radiatiefibrose
Retroperitoneale fibrose
Takayasu's arteriitis
Temporele arteriitis
Thoracic outlet-syndroom
Tromboangiitis obliterans (ziekte van Buerger)
Vasospasmen
Tabel 2:Ziektebeelden die klachten in de benen kunnen geven
Conditie Locatie van pijn of klachten Aard van klachten Relatie met beweging Invloed van rust Invloed van lichaams-houding Overig
Claudicatio intermittens Bilspier, heup, kuit of (zelden) voet Krampend, stekend, vermoeid, zwakte Na enige beweging Snel ver-dwijnen van klachten Geen Herhaalbaar
Zenuw-wortel-compressie (bijvoor-beeld hernia) Uitstralend naar been, meestal achterzijde Scherpe, schientende pijn Snel, vaak direct bij start bewegen Geen snel herstel (ook vaak in rust klachten) Klachten kunnen afnemen bij aanpassen rugpositie Rugproble-
men in voor-
geschie-
denis
Spinale stenose Heup, bilspier (volgt dermatoom) Spierzwakte meer aanwezig dan pijn Na lopen of staan Klachten na verandering positie Herstal na buiging van lumbale wervelko-lom Veel rug-
problemen, kan worden uitgelokt door verhoogde intra-abdo-
minale druk
Heupartritis Heup, dijbeen, bilspier Pijnlijk gevoel, meestal beperkt tot heup- en bilregio Na variabele mate van beweging Rust levert geen snel herstel (en klachten kunnen in rust aanwezig zijn) Zitten is meest comfortabel zodra er geen gewicht op benen drukt Invloed van weer
Veneuze claudicatie Gehele been, meestral ernstigst in heup en lies Gespannen gevoel, pijn Na lopen Verdwijnt langzaam Versneld herstel bij omhoog leggen been Diepe veneuze trombose in voorge-schiedenis, oedeem
Tabel 3:Classificatie van chronische perifere arteriële ziekte
Fontaine Rutherford
Stadium Klinish Graad Categorie Klinisch
I Asymptomatisch 0 0 Asymptomatisch
IIa Milde claudicatie I 1 Milde claudicatie
IIb Matige tot ernstige claudicatie I 2 Matige claudicatie
I 3 Ernstige claudicatie
III Ischemisch pijn in rust II 4 Ischemische pijn in rust
IV Ulceratie of gangreen III 5 Weefselverlies klein
III 6 Weefseverlies groot


Tabel 4:TASC-classificatie
Categorie Beschrijving/ prognose Bevindingen Doppler
Gevoelsverlies Krachtsverlies Arterieel Veneus
I Levens-vatbaar Niet direct bedreigd Geen Geen Hoorbaar Hoorbaar
II Bedreigd
IIa Marginaal Te redden indien snel behandeld Minimaal (tenen)of geen Geen (Vaak) onhoorbaar Hoorbaar
IIb Direct Te redden indien directe revascularisatie Meer dan tenen alleen, rustpijn Mild, matig Vrijwelallijd onhoorbaar Hoorbaar
III Onherstelbaar Groot weefselverlies of zenuwschade onvermijdbaar Ernstig, anesthesie Ernstig, paralyse (rigor) Onhoorbaar Onhoorbaar
Fig 1 - final.svg
Fig 2 - final.svg
Fig 3 - final.svg


Tabel 1: Belangrijkste indicaties voor gebruik van vitamine-K-antagonisten

Tabel 1: Belangrijkste indicaties voor gebruik van vitamine-K-antagonisten
Belangrijkste indicaties voor gebruik van vitamine-K-antagonisten
Preventie van veneuze trombo-embolie (diepe veneuze trombose en longembolie)
Behandeling van veneuze trombo-embolie
Preventie van arteriële embolie en kleptrombose bij mechanische kunstkleppen
Preventie van arteriële embolie bij atriumfibrilleren en andere hartritmestoornissen
Perifere vaatziekten en cerebrovasculaire accidenten in specifieke gevallen

Tabel 2: (Relatieve) contra-indicaties voorvitamine-K-antagonisten

Tabel 2: (Relatieve) contra-indicaties voorvitamine-K-antagonisten
Tabel 2: (Relatieve) contra-indicaties voorvitamine-K-antagonisten
Leverinsufficiëntie
Nierinsufficiëntie
Hemorragische diathese en ernstige trombopenie
Ernstige (ongecontroleerde) hypertensie
Recente bloedingsproblemen, zoals intracerebrale bloedingen en maagulcera
Overgevoeligheid voor cumarinederivaten

Tabel 3: (Ralatieve) contra-indicaties voor heparine

Tabel 3: (Ralatieve) contra-indicaties voor heparine
Tabel 3: (Ralatieve) contra-indicaties voor heparine
Hemorragische diathese en ernstige trombopenie
Recent of actief bloedverlies uit maag-darmstelsel (<1 week)
Recentelijk doorgemaakte intracerebrale bloeding (<3 maanden)
Recentelijk doorgemaakte (<4 maanden) heparinegeïnduceerde trombocytopenie (HIT)
Ernstige level- of nierinsufficiëntie
Ernstige (ongecontroleerde) hypertensie
Recente bloedingsproblemen, zoals intracerebrale bloedingen en maagulcera
Overgevoeligheid voor cumarinederivaten
Geplande uitvoering van invasieve ingrepen, zoals lumbaalpunctie, operatie aan hersenen, ruggenmerg, ogen
Recent trauma aan centraal zenuwstelsel of hersenen

Tabel 4: Dosering van ongefractioneerde heparine

Tabel 4: Dosering van ongefractioneerde heparine
aPPT-ratio* Aanpassing heparinedosis in IE/uur Extra Nieuwe APTT
<1,3 +150 IE/uur Bolus 5000 IE Na 6 uur
1,3-1,5 +100 IE/uur - Na 6 uur
1,5-2,0 - - Volgende dag
2,0-2,5 -50 IE/uur - Volgende dag
2,5-3,0 -100 IE/uur Pomp 30 min. stilzetten Na 6 uur
>3,0 -150 IE/uur Pomp 60 min. stilzetten Na 6 uur
  • *Is gemeten aPPT gedeeld door uitgangs-aPPT of normaalwaarde aPPT.